dinsdag 21 september 2010

Colombiaanse oud-gijzelaar rekent in boek af met zes jaar gruwel

No sé si las casi 700 páginas del libro 'Même le silence a une fin' de Ingrid Betancourt pueden considerarse como un ejemplo de gran literatura concentracionaria como las promociona el editor Gallimard, pero aún así creo que lo que vivió Ingrid - y vivieron muchísimos otros como ella - fue un auténtico viaje al corazón del horror. Me da pena que la amistad con Clara Rojas se haya perdido en los crueles meandros del secuestro selvático, pero en eso sí que reconozco lo que antes leí en Primo Levi: reconozco ese sujeto que en su lucha cotidiana por la propia sobrevivencia no puede sino contribuir a la destrucción de los que le rodean, el yo hecho cómplice del crimen cometido contra (y finalmente por) todos. Pero las víctimas siempre serán víctimas, y por eso no deben ser impardonables.


Een van de talloze verschrikkingen die zes jaar lang haar deel waren, was seksueel misbruik. Dat vertelt de Franse-Colombiaanse oud-gijzelaar Ingrid Betancourt in haar gisteren verschenen boek Même le silence a une fin (‘Zelfs aan de stilte komt een eind’). Maar haar voormalige campagnemedewerkster en lotgenote in de jungle, Clara Rojas, reageert boos. Betancourts werk is een verzameling ‘leugens en wrok’, aldus Rojas.


PARIJS l Ingrid Betancourt (48) werd door de FARC-rebellen geketend, vernederd, geslagen en met de dood bedreigd. In haar vaderland Colombia geldt ze intussen echter als arrogant en ondankbaar.

De beelden waren 24 uur lang wereldnieuws: de spectaculaire list waarmee het Colombiaanse leger op 2 juli 2008 de marxistisch-leninistische FARC verschalkte, waarna Ingrid Betancourt samen met drie VS-gijzelaars en elf Colombiaanse militairen de vrijheid terugzag. Betancourt werd met grote eer door de Franse president Nicolas Sarkozy ontvangen, door paus Benedictus, door het Europees Parlement en tal van andere instanties. Daarna werd het stil en trok de vroegere senatrice, presidentskandidate en aanvoerster van de Colombiaanse Oxígeno-partij zich terug voor wat een twee jaar durend verwerkingsproces geworden is.

“Mijn genezing is erg traag verlopen”, vertelt Betancourt in een gesprek met El País Semanal. “De feiten opnieuw beleven door er een boek over te schrijven heeft ervoor gezorgd dat het proces langzaam verliep (...). Wat ik aanvoel, is dat de wonden van veel van mijn lotgenoten sneller helen. Maar wanneer ik met ze spreek, merk ik dat ze niet over het trauma heen zijn en dat het heel moeilijk zal worden zich erover te zetten.”
Betancourt schreef haar boek, het gisteren verschenen Même le silence a une fin, in het Frans, de taal van het land waar ze als dochter van een ambassadeur een deel van haar jeugd doorbracht. “Het deed zo’n pijn om mijn ontvoeringsjaren te herbeleven dat ik een filter nodig had. Die werd me door de Franse taal geboden.”
Beginnen doet Betancourts relaas met een vreselijke scène waarin ze een ontsnappingspoging onderneemt. Maar de guerrillero’s weten haar te vinden en krijgen het bevel haar te straffen. De op 2 februari 2002 in een hinderlaag gelopen politica werd aan de hals geketend, geslagen, seksueel misbruikt. Of zoals het in het boek staat: “Ik werd aangevallen, kreeg stuiptrekkingen, mijn lichaam en hart bevroren, een kort moment dat een eeuwigheid duurde.”
Maar Betancourt is een vechter. Haar verhaal getuigt ook van haar sterke persoonlijkheid en zelfbewustzijn. Alhoewel haar boek geen afrekening geworden is met haar medegevangenen, sijpelt de irritatie die Betancourt bij hen opwekte volgens sommige media ook in haar getuigenis door. “Ik heb niet de gevoeligheid gehad om ook hun wanhoop te begrijpen”, citeert Le Monde haar. “Ik zag mezelf als een symbool dat voor iedereen nuttig kon zijn. Ik begreep niet dat iedereen zijn een gezicht nodig had.”
Intussen was het jungleleven wat het was: kampbewakers die vaak niet ouder waren dan haar kinderen; insecten, ongedierte en ziekte alom; schaarste en gebrek aan zowat alles; lange nachtelijke tochten door het woud; het cynisme van een guerrilla die ‘toevallig’ een krant van een maand oud laat slingeren opdat ze daarin leest dat haar vader overleden is; de bijbel en haar geloof als enige houvast...
Helaas, alle lotverbondenheid ten spijt ziet het ernaar uit dat zes jaar gruwel de vriendschap tussen Betancourt en haar samen met haar ontvoerde, toenmalige campagnemedewerkster Clara Rojas helemaal vernield heeft. In een eerste reactie beschuldigt Rojas de oud-politica van “leugens en wrok”.
In de jungle kreeg Rojas een kind met een guerrillero. Het kind, dat met een gruwelijke keizersnede geboren werd en Emmanuel genoemd werd, kwam kort voor zijn moeder vrij. In haar boek schrijft Betancourt nu dat Rojas de FARC destijds de toestemming vroeg om zwanger te mogen worden. “Hoe durft ze zoiets te insinueren zonder enig bewijs”, reageert Rojas, die eerder al haar eigen getuigenis, Ik overleefde voor mijn kind, uitbracht, en daarin Betancourt bekritiseerde.
Ook andere oud-medegevangenen zijn scherp voor haar. Sinds ze deze zomer 5,5 miljoen euro schadevergoeding eiste van de Colombiaanse staat (een eis die ze meteen weer introk) is ze ook in eigen land persona non grata. Op websites heet ze arrogant, ondankbaar en ambitieus. “In Colombia dreigt haar boek een fiasco te worden”, schrijft journaliste María Isabel Rueda in de gezaghebbende krant El Tiempo.

‘Zelfs aan de stilte komt een eind’ verschijnt binnenkort in Nederlandse vertaling bij Balans.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten