Een artikel uit DM 02/08/2012:
Mexicaanse politie slaat huurmoordenaarsbaas en kopstuk van Juárezkartel in de boeien
El Diego biecht 1.500 moorden op
Hoewel de Mexicaanse regering nog altijd niet aan de winnende hand is in de oorlog tegen de kartels, vangt ze af en toe een grote vis. Deze keer is 'El Diego' opgepakt. De baas van het huurmoordenaarscollectief La Línea en operationeel kopstuk binnen het kartel van Júarez heeft een stuk of 1.500 moorden op zijn geweten.
Antonio Acosta Hernández (33), alias El Diego, werd vrijdag gearresteerd in de Noord-Mexicaanse stad Chihuahua, maar de federale politie maakte de aanhouding zondag pas bekend. Hernández werd in de boeien geslagen na een tip van het Drugs Enforcement Agency (DEA) in de Verenigde Staten.
Volgens Ramón Pequeño, het hoofd van de drugseenheid van de politie, gaf Hernández inmiddels toe verantwoordelijk te zijn voor 1.500 moorden in naam van het kartel van Juárez. Binnen die groep had hij de leiding over La Línea, een bende vooral uit oud-politieagenten bestaande huurmoordenaars die aan de Mexicaanse zijde van de grens met de VS terreur zaaien. Hernández en zijn privéleger gingen bijzonder driest te werk, met onthoofdingen en verminkingen als keurmerk. Aan Texaanse kant laat het kartel zijn vuile klussen door de bende Barrio Azteca uitvoeren.
Acosta Hernández is het bijvoorbeeld die in maart 2010 bevel gaf tot de moord op drie medewerkers van het VS-consulaat in Ciudad Juárez. Hij tekende ook het doodsvonnis van lokale, deelstaat- en federale agenten, liet ambtenaren omleggen en gaf leden van rivaliserende kartels de kogel. Eigen medewerkers die El Diego om de een of andere reden niet langer vertrouwde executeerde hij al evenzeer. Zich terdege over het doelwit informeren deed de man kennelijk niet: veel fatale slachtoffers waren onschuldige voorbijgangers die met drugslieden verward werden, bijvoorbeeld van het kartel van Sinaloa.
El Diego was ook het brein achter de moord op negentien jongeren, vorig jaar in het ontwenningscentrum Geloof en Leven ('Fe y Vida') in Chihuahua. In de gelijknamige deelstaat voerden gemaskerde, tot de tanden gewapende mannen een hele rist dodelijke raids uit op instellingen voor drugsverslaafden. Volgens Acosta Hernández hielden zich daar immers ook trawanten van de concurrentie schuil.
Via Twitter zei de Mexicaanse president Felipe Calderón dat de vangst van El Diego 'de grootste klap' is die de georganiseerde misdaad in Ciudad Juárez toebedeeld werd sinds hij daar in april 2010 vijfduizend troepen van de federale politie heen gelastte.
Toch is het zeer de vraag of zegepraal in deze wel gepast is. Sinds Calderón in 2006 de oorlog verklaarde aan de kartels, zijn er dramatisch veel slachtoffers gevallen, een aantal dat ook consistent aanzwelt. Stond de body count in 2007 nog op 4.300 doden op jaarbasis, dan spraken we voor 2010 al van 15.273 dodelijke slachtoffers. Als de trend niet omgebogen raakt, zou 2011 weleens het allerdodelijkste jaar ooit kunnen worden in de Mexicaanse drugsoorlog.
Terwijl de burgers aanvankelijk relatief enthousiast waren over Calderóns vastberadenheid, en het staatshoofd de kartels inderdaad een reeks mokerslagen verkocht, stuit zijn regering vandaag op zelden geziene kritiek. Op 23 juni wist een groep nabestaanden van slachtoffers bij Calderón een auditiëntie af te dwingen waarbij ze zich niet mals toonden voor de manier waarop Mexico de strijd voert.
De bewuste groep, het Netwerk voor Vrede en Gerechtigheid ('Red por la Paz y la Justicia') heeft dichter en journalist Javier Sicilia als boegbeeld. Op 28 maart werd op de autoweg tussen Cuernavaca en Acapulco immers Sicilia's 24-jarige zoon Juan Francisco dood aangetroffen. Juan Francisco en een groep vrienden werden in die eerste stad gekidnapt na een woordenwisseling in een bar. Hij en zijn collega-studenten werden in een auto aangetroffen, de mond gesnoerd en verstikt.
Drugsstrijd gecontesteerd
Sowieso klinkt er steeds luidere kritiek op de manier waarop, onder impuls van de VS, de drugsstrijd gevoerd wordt. Sinds het concept in 1971 gelanceerd werd, zijn we niet alleen 40 jaar verder, de zaak heeft ook één biljoen dollar gekost, voor overvolle gevangenissen gezorgd en ettelijke tienduizenden doden gemaakt.
De blijvende vraag naar drugs in de VS (en, via de West-Afrikaanse route, Europa) voedt ook de export van wapens uit dat land naar Mexico. Meer nog dan Mexico zelf zijn het de arme, kwetsbare republieken van Centraal-Amerika die het toneel van het grofste geweld dreigen te worden. Honduras, El Salvador en Guatemala behoren vandaag tot de meest gewelddadige landen ter wereld, respectievelijk met moordcijfers van 68, 61 en 46 gewelddadige doden per 100.000 inwoners. Ondanks de pleidooien uit de academische en politieke wereld om het drugsbeleid over een andere boeg te gooien, blijft Washington tot nader order zweren bij de aloude repressieve en gemilitariseerde aanpak.
Het kartel van Juárez, dat geleid wordt door Vicente Carrillo Fuentes, moest de voorbije drie jaar veel terrein prijsgeven aan het Sinaloakartel van Joaquín 'El Chapo' Guzmán. Inzet van de strijd zijn de drugscorridors van Ciudad Juárez naar El Paso, in de Verenigde Staten. Mogelijk zal Acosta Hernández' arrestatie die strijd finaal beslechten in het voordeel van Guzmán.
