woensdag 8 juli 2009

Honduras


Mijn vraaggesprek op Radio Eén (De Ochtend), op 07/07/2009. De militaire staatsgreep van vorige week lijkt me tekenend voor het volstrekte provinicialisme waarin de Hondurese elites verkeren, of het nu Mel Zelaya met zijn felomstreden referendum betreft dan wel Roberto Micheletti die hemel en aarde wil bewegen om ons duidelijk te maken dat de manu militari uitzetting van zijn voorganger, gevolgd door mensenrechtenschendingen door het leger, geen putsch was.
Voor Honduras overgaat tot business as usual (armoede, apathie, geweld, machismo), zal Nobelprijs voor de Vrede en president van Costa Rica Óscar Arias beide partijen weer on speaking terms pogen te krijgen. Alles welbeschouwd zullen hij en Hillary Clinton uiteindelijk meer aan deze crisis te pas gekomen zijn dan de man die velen in Honduras als de eerste aanstoker ervan beschouwen: de Venezolaanse president Hugo Chávez, zowel in snelheid als elegantie genomen door de Obama-spirit, waartegenover zijn eigen discours hoe langer hoe holler klinkt.
Zal Chávez een determinerende factor blijven in eigen land, dan zie ik zijn invloed elders in Latijns-Amerika stilaan tanen. In dat opzicht, en gesteld dat ik Argentijns staatsburger was geweest, zou ik het schokkend hebben gevonden dat mijn presidente, Cristina Fernández, een week na haar electorale opdoffer en terwijl het openbare leven in Buenos Aires behoorlijk gereduceerd is door het (tot na de verkiezingen grosso modo doodgezwegen) griepvirus, zich zo nodig naar Nicaragua en El Salvador moest begeven om daar Zelaya te gaan steunen. Passionaria Fernández lijkt in ontkenning voort te leven...

Saludos, Lode