dinsdag 11 augustus 2009

De mensenrechten op Cuba

De situatie van de mensenrechten op Cuba is niet alleen de "ergste op het Amerikaanse continent", zegt de Cubaanse Commissie voor de Mensenrechten en Nationale Verzoening (CCDHRN), ze is ook in geen enkel opzicht verbeterd. In de eerste helft van dit jaar werden 532 dissidenten door de autoriteiten aangehouden of (voor beperkte tijd) vastgezet. Maar volgens de CCDHRN ligt "het reële cijfer veel hoger". Het aantal door de CCDHRN erkende politieke gevangenen is intussen gestegen van 205 tot 208. De lichte verbetering die de organisatie van Elizardo Sánchez (© foto Cuba Encuentro) grosso modo sinds het aantreden van Raúl Castro vastgesteld had, is al weer verleden tijd.
De tekst onderstreept ook dat "diegenen die hoopten op verandering met de komst van Raúl Castro uiterst ontgoocheld zijn" en beschuldigt de oud-minister van defensie van "een taktiek van politieke repressie met laag profiel, op grond waarvan tot systematische arrestaties wordt overgegaan die meerdere uren of enkele dagen duren".
Tekenend voor de teruggekeerde repressie is het lot van voormalige toplui als Carlos Lage en Felipe Pérez Roque (zie mijn commentaren van enkele posts geleden), die op één maart als het vuil van de straat op de stoep gezet werden, nadat ze eerst maanden lang aan elektronisch toezicht onderworpen waren geweest. Niet minder tekenend is dat het aangekondigde partijcongres nu toch niet doorgaat, alsof ieder potentieel debat gesmoord moet worden, of nog, alsof de richtingloosheid en uitgeputte inspiratie van het Cubaanse project het licht van de buitenwereld niet verdragen.
Twee groepen hebben de macht in handen, daar op Cuba, maar eigenlijk vallen ze over bijna de hele lijn met elkaar samen: hoogbejaarde mannen en militairen. Voor de rest lijkt Raúl Castro geen mens meer te vertrouwen.
Conclusie? Cuba zit in een vacuüm tussen wat geweest is en wat nog komen moet. In afwachting dat het fluitsignaal gaat en de broers Castro, de ene of de andere, de pijp aan Maarten geven, klampen hun oude vingers zich vast aan het zwalpende wrakhout dat van de Revolutie overgebleven is. Vorig jaar zagen de dingen er nog goed uit, er zat tenminste nog dynamiek in het beleid, maar mijn relatieve optimisme van toen heeft intussen plaats gemaakt voor herinneringen uit de vroege jaren tachtig, toen in de Sovjetunie Andropov en Tsjernjenko hun doodsstrijd nog wat rekten en het alles trillende lippen, bevende handen en broze stemgeluiden waren die ons uit Moskou bereikten...

Ik blijf hopen dat er ergens in een Havaanse lade een toekomstplan klaar ligt dat de Cubaanse burgers uitzicht op beterschap geeft, en een democratisch in plaats van marxistisch-lenistisch socialisme voorbereidt. Want ja: in de Cubaanse grondwet staat dat Cuba eeuwig socialistisch moet blijven, maar wat helemaal onder socialisme moet worden verstaan, heeft de revolutie nooit wettelijk vastgelegd. Dat schept natuurlijk ruimte voor politieke creativiteit... Vamos a ver, pero de momento no vemos nada.

Saludos, L.



woensdag 5 augustus 2009

Cuba na Castro (even geduld...)

Een recensie van 'Cuba na Castro' die onlangs in het blad Leeswolf is verschenen. Over Cuba zelf kan ik u hetvolgende meedelen (DM, 04/08/2009):

Cuba stelt lang verwacht partijcongres uit
HAVANA. Wat waarnemers al langer dachten is sinds zaterdag officieel: het al jaren verwachte zesde congres van de Cubaanse Communistische Partij wordt sine die verdaagd. ‘Ik ben niet verkozen om het kapitalisme weer in te voeren,’ dempt Raúl Castro intussen elke illusie van economische hervorming.
DOOR LODE DELPUTTE
De hervormingstrein die Raúl Castro in de eerste helft van vorig jaar op gang trok, rijdt niet meer. Na zijn aantreden als president had Castro jr bij talrijke Cubanen prille hoop gewekt dat economische bijsturingen en een geleidelijke versoepeling van de gefnuikte individuele vrijheden (van meningsuiting, van reizen, van onderneming...) alles samen tot een hogere levensstandaard zouden leiden. 

Een jaar later roepen Castro en zijn collegiaal bestuur de zware economische crisis en de tol van twee orkanen (Gustave en Ike) in om het nieuws te officialiseren dat al sinds eind 2008 in de lucht hangt: dat het voor later dit jaar aangekondigde partijcongres dan toch niet doorgaat. Op het congres had onder meer besloten moeten worden of vroeger president Fidel Castro al dan niet aanblijft als partijleider. Ook hadden er cruciale vragen en antwoorden moeten worden geformuleerd betreffende het post-Castrotijdperk. Fidel is inmiddels al 83 jaar oud, zijn broer 78. Enkele leden van de jonge garde, onder wie minister van Buitenlandse Zaken Felipe Pérez Roque en de facto premier Carlos Lage Dávila, werden in maart dit jaar aan de dijk gezet, een als waarschuwing bedoeld gevolg van hun interne kritiek op de haast louter op historische revolutionairen gestoelde ‘gerontocratie’ in Havana.
Cubaanse dissidenten en politologen in Miami, uitvoerig aan het woord op websites als www.cubaencuentro.com, stellen intussen dat het communistische bestel te vermolmd en conservatief is om nog tot bewegen - en dus hervormen - in staat te zijn. In plaats daarvan wordt er tijd gewonnen, in de hoop dat vooral het economische onweer overwaait. De bekende blogster Yoani Sánchez vertolkt dan weer de veelgehoorde stelling dat de Castro’s geen nieuw congres willen, omdat zulks hun dynastieke macht zou aantasten.
De cijfers zijn dan ook wat ze zijn: van de prognoses van zes procent groei die Havana enkele maanden geleden nog formuleerde (en vanwege Cuba’s niet gehomologeerde cijfermethode sowieso niet erkend werden door de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Caraïben van de VN), blijft dit tweede semester maar anderhalf procent overeind. In de praktijk gaat Cuba door zo’n zware financieel-economische crisis dat tot de blokkering van de bankrekeningen van buitenlandse investeerders werd overgegaan. Heel wat Cubanen spreken inmiddels van een nieuwe Speciale Periode (de jaren negentig, toen Cuba door de instorting van de sovjethulp voor het eerst helemaal op zichzelf was aangewezen en de economie instortte), en zelf kondigde Raúl Castro zaterdag aanzienlijke besparingen aan op de departementen volksgezondheid en onderwijs, ooit de bakens van de revolutionaire trots, maar vandaag in staat van verregaande aftakeling.
Is Raúl Castro op de decentralisering van de landbouw na amper aan reformistische aanzetten toe gekomen, dan hamert hij des te meer op efficiëntie en arbeidsethiek. “Binnen ons onvolmaakte socialisme en onze eigen tekortkomingen is de som van twee plus twee erg vaak drie,” kritiseerde hij. “Diegenen die echter denken dat we het kapitalisme zullen invoeren, zijn gedoemd tot mislukken.”
Castro, die zaterdag de Nationale Raad voor de Volksmacht (het parlement) toesprak, zei ook dat er in afwachting van een partijcongres wel een ‘conferentie’ komt die over de vernieuwing van enkele mandaten zal gaan. Het vijfde en laatste congres vond intussen alweer in 1997 plaats.

De pers in Venezuela

Hugo Chávez is al meer dan tien jaar aan de macht in Venezuela. Geen Venezolaan die terug wil naar het corrupte en uitgeleefde 'puntofijismo' van weleer - de monopolistische machtsdeling tussen twee partijen – maar het programma en de visie die El Comandante in de late jaren '90 aan de opinie verkocht, heeft in niets nog te maken met het Bolivariaans-revolutionaire proces van vandaag. In dat lange proces, dat Hugo Chávez in staat stelde stukje bij beetje alle hefbomen in handen te krijgen en zo de noodzakelijke checks-and-balances van de democratische rechtsstaat te elimineren, heeft hij de oppositiemedia steevast in het vizier gehad.

It takes two to tango. De heftigheid van de oppositie, haar betrokkenheid bij of geringe distantiëring van de coup van patroonsleider Pedro Carmona (april 2002) en haar zeer emotionele gefulmineer tegen ieder presidentieel argument hebben Chávez ongetwijfeld mee geradicaliseerd. Maar dan nog: begin augustus heeft 'Uh-Ah Chávez no se va' 32 radiozenders en 2 tv-kanalen uit de ether laten halen, organisaties als Human Rights Watch, Reporters sans Frontières et alii zijn erg verontrust over een mediawet die arbitrair kan worden toegepast op iedereen die buiten de regeringslijnen kleurt.
Natuurlijk moet de mediaruimte ook in Venezuela gedemocratiseerd worden. Als de nieuwste zet van de Bolivariaanse revolutie het resultaat was van oprechte interesse voor een vertegenwoordiging van alle sociale, economische en ideologische stromingen, dan had hij toegejuicht moeten worden. Als dezelfde politiek evenwel bedoeld is om diegenen het zwijgen op te leggen die niet op de officiële lijn zitten, wat hier het geval lijkt, dan is ze eenvoudigweg niet acceptabel.
En o ja: Chávez beschuldigt de oppositiemedia er graag van 'terroristische doeleinden' te dienen. Op veel van die audiovisuele media eist hijzelf echter zendtijd op voor discoursen die soms uren lang duren. Als een bulderbonk als Chávez klaagt dat zijn visie niet aan bod komt of onvoldoende ruimte krijgt, dan zijn er twee mogelijkheden: of hij is paranoïde geworden en zit gevangen in een tunnelvisie, of hij spreekt de waarheid niet.
Nogmaals, Hugo Chávez heeft de enorme verdienste gehad de vinger op de gapende wonde van zijn land te leggen: de schrijnende armoede en de gapende kloof tussen rijk en arm. Een reeks sociale programma's bleek echter beter ontworpen dan dat ze geïmplementeerd werden. De ideologisering en polarisering die volgden, en waar Chávez' machtsbehoud een grotere rol in speelt dan zijn sociale engagement (kijk naar de manier waarop hij zijn familie en clan vooruitgeholpen heeft), is helaas flink andere koek.
Tot slot, en voor ik de volledige versie meegeef van een gesprekje met auteur Edda Armas dat in korter bestek in De Morgen is verschenen, nog dit: Chávez is ook redelijk actief en redelijk betrokken partij in de Hondurese impasse. De parochiaal-provinciale elite die zich in dat Centraal-Amerikaanse land tot een coup meende te moeten wenden om een niet eens nog populaire president de laan uit te pushen, heeft de kennelijk ongeneeslijke dynamiek tussen caudillo's van links en rechts een nieuwe adem gegeven, daar in Latijns-Amerika.

Het grootste slachtoffer van dat alles? De Latijns-Amerikanen zelf. Hun democratie, hun ontwikkeling, hun welvaart. Saludos. Lode



‘Alsof alles duister wordt om ons heen’


Volgens de Venezolaanse schrijfster en voorzitster van PEN-Venezuela Edda Armas sluit Hugo Chávez stukje bij beetje alle openbare ruimten af voor de vrije meningsuiting. ‘Informeren wordt een misdaad,’ zo vreest ze.

Wat betekent de kersverse sluiting van tientallen radiozenders en aangekondigde sluiting van 200 bijkomende kanalen voor de man in de straat? 
Armas: “De Venezolaanse burgers, ook zij die aan de kant van het proces (zoals Chávez’ Bolivariaanse revolutie genoemd wordt, ld) staan, zijn bijna over de hele lijn tegen wat er nu gebeurt. Veel opgedoekte gemeenschapsradio’s waren niet alleen kritisch voor Chávez, ze verstrekten informatie die je elders niet kreeg, verkeersberichten bijvoorbeeld. In Los Teques ging zo een stadsradio dicht die al 40 jaar bestond en voor veel mensen een toeverlaat was.”

Op veel zenders was de informatie nadrukkelijk anti-Chávez. Beantwoordden die aan de journalistieke vereisten? 
“De objectiviteit was vaak zoek omdat ons land vandaag nu eenmaal op twee heel verschillende manieren opgevat, volgens de polarisering die Chávez tot stand gebracht heeft. Hugo Chávez zou een punt hebben als de door hem gecontroleerde radio’s zelf eerlijk berichtten, maar dat doen ze geenszins. Wie naar die zenders luistert, krijgt de indruk dat Venezuela het paradijs is. De misdaad wordt verhuld, de gigantische werkloosheid en voedselschaarste ook, het drama van de hersenvlucht en emigratie nog, fenomenen die dit land destijds vreemd waren.”

Een nieuwe wet voorziet strenge celstraffen voor journalisten die zich aan zogenaamde ‘mediaterreur’ bezondigen. Wat betekent dat concreet? 
“Dat wie er een andere mening op na houdt dan de regering en daarvoor opkomt, strafbaar is. Dat de berichtgeving over gevoelige thema’s onmogelijk wordt en dat er een vreselijk angstklimaat ontstaat. Het is alsof alles duister wordt om ons heen.”

Doet de verstrakking zich ook op andere terreinen gevoelen?
“Op alle terreinen. Met de PEN-club hadden wij schrijvers vroeger museum- en bibliotheekzalen te over tot onze beschikking. Voor colloquia, voor lezingen. Vandaag zijn we aangewezen op een tweetal zalen die door de oppositie gecontroleerd worden. Hetzelfde met buitenlandse boeken: doordat de regering het deviezenverkeer streng controleert, komen we nauwelijks nog aan materiaal dat buiten Venezuela wordt gepubliceerd. Als we boeken willen aankopen, pakweg bij Amazon, dan moeten we de staat behalve de titel, auteur en uitgever ook een synopsis opgeven en de reden van aankoop. In het kader van de zeer ideologische nieuwe onderwijswet worden heel wat boeken uit de programma’s geschrapt en komen er andere in de plaats. De geschiedenis die altijd onze geschiedenis geweest is, blijkt plots van geen tel meer. Intussen wordt ook de kieswet herbekeken, bestudeert de regering of ze telefoongesprekken als dit kan laten opnemen enzovoort.”

Hier en daar komen burgers de straat op, maar van de grootste protestmarsen tegen de inperking van tv-zender RCTV in 2007 is geen sprake meer, hoe komt dat?
“Tegen sommige oppositieleiders lopen processen, andere zijn naar het buitenland gevlucht of worden geïntimideerd. Daardoor is er geen organisatie meer. Het lijkt alsof de straat verlamd is.”

Hoe reageert de internationale auteurswereld op de toestand?
“Goed. Een paar jaar geleden zag je nog heel veel verwarring in de geesten en wisten mijn buitenlandse collega’s zo goed niet wat ze met Chávez aanmoesten. Intussen hebben ze gezien dat ook veel linkse en socialistische auteurs zich hier van Chávez hebben afgekeerd. Iedereen snapt vandaag dat er een groot probleem is in Venezuela.” (LD)