maandag 19 april 2010

De sloppen gesloopt

Rio pakt favela's aan na dodelijke regens

De recente stortregens die in Rio de Janeiro aan minstens 230 favelabewoners het leven kostten, hebben een oud taboe doorbroken: het onvermogen van de overheid om de wildgroei aan sloppenwijken aan te pakken. Burgemeester Eduardo Paes wil het roer nu omgooien.

RIO DE JANEIRO. De acht favela's met het hoogste risico op grondverschuivingen worden binnenkort gedeeltelijk gesloopt. De bewoners krijgen maandelijkse huurcheques in afwachting van een ander onderkomen.

De honderden doden van de jongste week en de voorlopige sluiting van het symbolisch belangrijke Christusbeeld op de Corcovadorots hebben een schokgolf door Rio gejaagd. Daardoor kan alsnog een probleem worden aangesneden waar iedereen zich bewust van was maar dat als moeilijk bespreekbaar gold omdat het over de woningen van miljoenen mensen ging: dat van de anarchie waarmee Rio zich in de voorbije decennia ontwikkelde en het evidente risico op man made disaster dat daaraan verbonden is.

Neem de wijk Morro do Bumba in de voorstad Niteroi. Daar raakten vorige week zestig huisjes bedolven onder een modderstroom toen de helling waarop ze waren gebouwd na dagenlange stortregens aan het schuiven ging. Meer dan 200 mensen werden levend begraven. Algauw kwam aan het licht dat een deel van de favela op een voormalig stort gebouwd was en niet op vaste ondergrond. In de jaren 80 ondernamen de autoriteiten niet alleen niets om de wildbouw tegen te houden, een deel van het bewuste gebied werd aan de 'geconsolideerde stad' vastgehecht door middel van water- en elektriciteitsleidingen. Liever dan de wildbouwers te verjagen en andere bouwgrond aan te bieden verkozen de toenmalige autoriteiten de ogen te sluiten. Immers, veel favela's gelden als door drugsbendes bevolkte wespennesten waaraan niemand durft te raken - uit angst dat het geweld zo naar de rest van Rio overslaat.

Hoe dan ook: langer in ontkenning voortleven is na vorige week onmogelijk. Gesterkt en gelegitimeerd door de ramp kunnen stads- en deelstaatbestuur de al jaren aangekondigde maar fel omstreden ontmanteling van de meest problematisch gelegen sloppen dan toch aanvatten. In elk geval laat burgemeester Eduardo Paes er geen gras over groeien. "Politiekertjes en demagogen die zich zelfs aan hun eigen betekenisloosheid vergapen, kunnen maar beter thuis blijven", waarschuwde hij degenen die de noodzaak van actie uit electorale angst niet willen inzien.

Prompt kondigde Paes aan dat hij de sloophamer zal laten aanrukken in acht favela's, waaronder delen van het bekende Rocinha in het zuiden van Rio. De families die hun zelfgebouwde woninkjes van baksteen en beton moeten verlaten, zullen een maandelijks bedrag ontvangen waarmee ze elders aan onderdak kunnen geraken. In een later stadium zal de betrokkenen een nieuwe woonst worden toegewezen.

Psychologie

Toch zijn meerdere ngo's, basisgemeenschappen en bewonerscollectieven ongerust. Ze vrezen dat de bestuurders van Rio ook los van het probleem van de kwetsbare ligging van de sloppen afwillen. Nu de Cidade Maravilhosa ('Wonderlijke Stad') in 2014 het WK voetbal organiseert en twee jaar later de Olympische Spelen, zijn veel favelabewoners bang dat hun terreinen in de greep van vastgoedspeculanten zullen terechtkomen.

Met name in het zuiden van Rio, in chique buurten als São Conrado, Leblon, Ipanema en Copacabana, dreigen sloppen met zicht op baai en zee de volgende jaren onder de sloophamer te verdwijnen. Met de stortregens van de jongste weken beschikken de autoriteiten over een prima excuus om een oude droom - de ontslopping - waar te maken. Achter de veiligheidsbekommernissen, vreest een organisatie als Observatório de Favelas, zou in wezen weleens een operatie sociale verdringing op til kunnen zijn.

De belangrijkste kritiek op het plan om in een eerste fase 4.000 gezinnen te verkassen heeft echter met psychologie te maken: favelabewoners zijn doorgaans best wel trots op hun buurt. Ze zijn er veelal geboren en getogen en hebben er ondanks armoede en geweld een thuis gevonden. De kans voor de ontwrichting van burgers die zo al kwetsbaar zijn, heet reëel.

Hoe drastisch de verplichte sloop ook bevonden wordt, in wezen maakt ze deel uit van een reeks maatregelen die de voorbije maanden gestalte kregen en korte metten moeten maken met de meest acute problemen in de wijken. Niet alleen is her en der een vredespolitie aan het werk die de positieve aanwezigheid van de overheid moet onderstrepen. Er lopen ook meer en meer programma's ter bestrijding van geweld en machismo, en door de economische groei onder het beleid van president Lula nam ook de koopkracht van favelabewoners toe. Ook hoopt Rio zijn favelabewoners zoveel mogelijk te betrekken bij de grote sportevenementen die er aankomen.

Lode Delputte

dinsdag 13 april 2010

Fariñas

Bij deze een stukje dat ik zopas voor De Morgen schreef:

Hongerstakingen kosten Raúl Castro punten

Vijftig dagen geleden vatte de Cubaanse dissident Guillermo Fariñas een hongerstaking aan om president Raúl Castro ertoe te bewegen 26 zieke politieke gevangenen vrij te laten. Hoewel diverse hongerstakers hun actie de jongste dagen stopten, lijkt het Fariñas menens. Als hij sterft, krijgen de tegenstanders van het Castroregime een tweede martelaar in enkele weken tijd.


Met 22 eerdere hongerstakingen is de 48-jarige psycholoog en journalist Guillermo Fariñas, een verwoed tegenstander van de broers Fidel en Raúl Castro, niet aan zijn proefstuk toe. Toch lijkt Fariñas, die in het verleden al elf gevangenisjaren opstapelde en door de autoriteiten steevast als huurling en gemeenrechtelijk misdadiger werd beschouwd, deze keer door te willen zetten. De dissident, in 2006 bedacht met een prijs van Reporters sans Frontières (RSF) voor zijn protest tegen de internetbeperkingen op Cuba, wil met zijn actie protesteren tegen de manier waarop op 23 februari dit jaar Orlando Zapata de dood vond: na een hongerstaking tegen zijn detentievoorwaarden en tegen de barslechte behandeling die Havana voor hem in petto had.
Heeft de tot dan toe relatief onbekende Zapata zijn lot volgens Havana zelf gezocht, dan stellen diens moeder en de verenigde Cubaanse dissidentie dat hij door het regime werd vermoord.
De eerste om daags na de feiten de fakkel van Zapata over te nemen – en daarbij ook de vrijlating van 26 zieke gewetensgevangenen te eisen – was Fariñas. Vandaag, vijftig dagen en een rist wereldwijde mediaberichten later, ligt de verzwakte, uitgemergelde journalist op de intensive care van een ziekenhuis in de stad Santa Clara.
“Het is hoog tijd”, liet Fariñas optekenen in een gesprek met de Spaanse krant El País, “dat de wereld snapt hoe wreed deze regering is. (...) Zapata was de eerste om de strijd voor de vrijheid op Cuba te verhevigen, ik neem over, maar als ik sterf zal een andere mijn actie voortzetten.”
Het zag er inderdaad naar uit dat een hele groep dissidenten aan het hongerstaken zou gaan, maar één actievoerder bond de jongste dagen in na toegevingen van de regering: de arts Darsi Ferrer ziet zijn eis ingewilligd om eindelijk een proces te krijgen, nadat hij in juli vorig jaar al in de cel gestopt was. Ook activist Franklin Pele­grino zette een punt achter zijn actie, er kennelijk van overtuigd dat ze niets zou opleveren.
De eenpartijstaat Cuba, waar burgers hun basisrechten volgens alle mensenrechtenorganisaties systematisch ontzegd zien, blijft haar repressie motiveren op grond van de verdediging van de revolutie van 1959. Wie zich expliciet tegen de revolutie kant en dat standpunt publiekelijk maakt, wordt van contrarevolutionaire subversie beschuldigd en als misdadiger behandeld. Bij enkele raids in maart 2003 werden zo 75 dissidenten gearresteerd en tot lange celstraffen veroordeeld, reden voor de Europese Unie om de betrekkingen met Cuba op een lager pitje te zetten.
Hoewel de Cubaanse autoriteiten zich doorgaans weinig aan de internationale kritiek gelegen laten en haar veeleer incalculeren in hun diplomatieke strategie, lijkt het erop alsof Raúl Castro dezer dagen wel erg hoog spel speelt: niet alleen belooft Zapata’s dood de verzamelde dissidentie te verenigen terwijl ze tot dusver uitblonk in verdeeldheid – het gevolg van persoonlijke vetes, onenigheid over de te nemen afstand jegens het regime of jegens de Verenigde Staten, infiltratie door de staat of ideologisch gekrakeel – ook de zichtbaarheid van de Cubaanse oppositie is vergroot.

In de hoek gezet

In zoverre zelfs dat een gezaghebbende stem als de Mexicaanse oud-minister van Buitenlandse Zaken Jorge Castañeda zich in een pas verschenen artikel afvraagt of Raúl Castro de zaak niet uit zijn handen heeft laten glippen. “Fidel Castro zou zich nooit zo in de hoek hebben laten dringen door een gevangene als Zapata”, zegt Castañeda. De Mexicaan ontwaart er niet enkel het signaal in dat het regime stilaan op zijn laatste benen loopt, tevens stelt hij vast dat Havana de dissidentie minder strak onder controle heeft, mogelijk een gevolg van de vrijgemaakte verkoop van gsm’s en computers en de daardoor ontstane, nieuwe informatiecircuits.
 Dé hoofdzorg van de Cubanen blijft intussen de belabberde staat van de economie. In wat een nieuwe prille aanzet tot hervorming lijkt, heeft de regering zopas de verzelfstandiging van de kapperssector ingeluid, zonder haar echter formeel aan te kondigen. Cuba, waar de staat 90 procent van de economie controleert, gaat door een crisis die sinds de período especial van de vroege jaren negentig niet meer gezien was. Raúl Castro, daartoe aangemoedigd door critici binnen het bestel, gaf zondag zelf toe dat de staat één miljoen overtollige werknemers telt.