dinsdag 13 april 2010

Fariñas

Bij deze een stukje dat ik zopas voor De Morgen schreef:

Hongerstakingen kosten Raúl Castro punten

Vijftig dagen geleden vatte de Cubaanse dissident Guillermo Fariñas een hongerstaking aan om president Raúl Castro ertoe te bewegen 26 zieke politieke gevangenen vrij te laten. Hoewel diverse hongerstakers hun actie de jongste dagen stopten, lijkt het Fariñas menens. Als hij sterft, krijgen de tegenstanders van het Castroregime een tweede martelaar in enkele weken tijd.


Met 22 eerdere hongerstakingen is de 48-jarige psycholoog en journalist Guillermo Fariñas, een verwoed tegenstander van de broers Fidel en Raúl Castro, niet aan zijn proefstuk toe. Toch lijkt Fariñas, die in het verleden al elf gevangenisjaren opstapelde en door de autoriteiten steevast als huurling en gemeenrechtelijk misdadiger werd beschouwd, deze keer door te willen zetten. De dissident, in 2006 bedacht met een prijs van Reporters sans Frontières (RSF) voor zijn protest tegen de internetbeperkingen op Cuba, wil met zijn actie protesteren tegen de manier waarop op 23 februari dit jaar Orlando Zapata de dood vond: na een hongerstaking tegen zijn detentievoorwaarden en tegen de barslechte behandeling die Havana voor hem in petto had.
Heeft de tot dan toe relatief onbekende Zapata zijn lot volgens Havana zelf gezocht, dan stellen diens moeder en de verenigde Cubaanse dissidentie dat hij door het regime werd vermoord.
De eerste om daags na de feiten de fakkel van Zapata over te nemen – en daarbij ook de vrijlating van 26 zieke gewetensgevangenen te eisen – was Fariñas. Vandaag, vijftig dagen en een rist wereldwijde mediaberichten later, ligt de verzwakte, uitgemergelde journalist op de intensive care van een ziekenhuis in de stad Santa Clara.
“Het is hoog tijd”, liet Fariñas optekenen in een gesprek met de Spaanse krant El País, “dat de wereld snapt hoe wreed deze regering is. (...) Zapata was de eerste om de strijd voor de vrijheid op Cuba te verhevigen, ik neem over, maar als ik sterf zal een andere mijn actie voortzetten.”
Het zag er inderdaad naar uit dat een hele groep dissidenten aan het hongerstaken zou gaan, maar één actievoerder bond de jongste dagen in na toegevingen van de regering: de arts Darsi Ferrer ziet zijn eis ingewilligd om eindelijk een proces te krijgen, nadat hij in juli vorig jaar al in de cel gestopt was. Ook activist Franklin Pele­grino zette een punt achter zijn actie, er kennelijk van overtuigd dat ze niets zou opleveren.
De eenpartijstaat Cuba, waar burgers hun basisrechten volgens alle mensenrechtenorganisaties systematisch ontzegd zien, blijft haar repressie motiveren op grond van de verdediging van de revolutie van 1959. Wie zich expliciet tegen de revolutie kant en dat standpunt publiekelijk maakt, wordt van contrarevolutionaire subversie beschuldigd en als misdadiger behandeld. Bij enkele raids in maart 2003 werden zo 75 dissidenten gearresteerd en tot lange celstraffen veroordeeld, reden voor de Europese Unie om de betrekkingen met Cuba op een lager pitje te zetten.
Hoewel de Cubaanse autoriteiten zich doorgaans weinig aan de internationale kritiek gelegen laten en haar veeleer incalculeren in hun diplomatieke strategie, lijkt het erop alsof Raúl Castro dezer dagen wel erg hoog spel speelt: niet alleen belooft Zapata’s dood de verzamelde dissidentie te verenigen terwijl ze tot dusver uitblonk in verdeeldheid – het gevolg van persoonlijke vetes, onenigheid over de te nemen afstand jegens het regime of jegens de Verenigde Staten, infiltratie door de staat of ideologisch gekrakeel – ook de zichtbaarheid van de Cubaanse oppositie is vergroot.

In de hoek gezet

In zoverre zelfs dat een gezaghebbende stem als de Mexicaanse oud-minister van Buitenlandse Zaken Jorge Castañeda zich in een pas verschenen artikel afvraagt of Raúl Castro de zaak niet uit zijn handen heeft laten glippen. “Fidel Castro zou zich nooit zo in de hoek hebben laten dringen door een gevangene als Zapata”, zegt Castañeda. De Mexicaan ontwaart er niet enkel het signaal in dat het regime stilaan op zijn laatste benen loopt, tevens stelt hij vast dat Havana de dissidentie minder strak onder controle heeft, mogelijk een gevolg van de vrijgemaakte verkoop van gsm’s en computers en de daardoor ontstane, nieuwe informatiecircuits.
 Dé hoofdzorg van de Cubanen blijft intussen de belabberde staat van de economie. In wat een nieuwe prille aanzet tot hervorming lijkt, heeft de regering zopas de verzelfstandiging van de kapperssector ingeluid, zonder haar echter formeel aan te kondigen. Cuba, waar de staat 90 procent van de economie controleert, gaat door een crisis die sinds de período especial van de vroege jaren negentig niet meer gezien was. Raúl Castro, daartoe aangemoedigd door critici binnen het bestel, gaf zondag zelf toe dat de staat één miljoen overtollige werknemers telt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten