maandag 2 augustus 2010

Reformas

Amigos, les mando la versión original de un artículo que en versión reducida salió en De Morgen. Un abrazo, Lode.




Raúl Castro kondigt lang verwachte hervormingen aan

Terwijl de binnenlandse druk toeneemt en zijn oudere broer Fidel abrupt zichzelf opnieuw in de schijnwerpers zet, kondigt de Cubaanse president Raúl Castro na oeverloos dralen dan toch enkele economische hervormingen aan. ‘We willen voor altijd de gedachte uitbannen dat Cuba het enige land ter wereld is waar je kunt leven zonder te werken,’ aldus Castro.
DOOR LODE DELPUTTE

HAVANA. Niet alleen taxi-chauffeurs en kappers, ook Cubanen in een reeks andere beroepsgroepen zullen opnieuw aangemoedigd worden om voor eigen rekening aan de slag te gaan. De communistische staat hoopt op termijn een miljoen overtollige werknemers in overheidsdienst te laten afvloeien maar zal ‘niemand aan zijn lot overlaten’.

Nadat hij de hete aardappel op Cuba’s nationale feestdag, 26 juli, aan eerste vicepresident en historisch revolutionair José Ramón Machado Ventura doorgeschoven had - “niet de boodschapper doet ertoe, wel de boodschap” - was het alsnog president Raúl Castro zelf die op de halfjaarlijkse zitting van Cuba’s Vergadering voor de Volksmacht (‘ANPP’, een op maat van de eenpartijstaat geschreven consensusparlement) de natie toesprak. Dat deed Castro niet zonder eerst de speculatiedrift van de internationale pers en analysten op de korrel te nemen, die hij verweet “zogenaamde hervormingen en kapitalistische recepten aan te kondigen om de economie weer aan te zwengelen”.
Meer nog: “Sommigen waagden het zowaar te schrijven over een veronderstelde machtsstrijd binnen de leiding van de Revolutie” – een zinspeling op de ook dezer dagen weer opduikende hypothese dat het niet botert tussen Raúl en zijn charismatische voorganger en broer Fidel. En dat Fidel recentelijk vooral in het openbaar te zien was om er, al dan niet met instemming van Raúl, aan te herinneren dat hij geenszins uitgeteld is. Maar dat Castro Jr (79) de nochtans broodnodige economische liberaliseringen wil bespoedigen terwijl Castro Sr (84) veeleer op de rem wil gaan staan?
In geen geval. Dat de hervormingen maar traag op gang komen heeft alles te maken met het feit dat de Revolutie “zich geen fouten kan permitteren” en “con calma” (rustig aan) aan een uitweg uit de economische crisis timmert, aldus Raúl.

Einde van de miljardenhulp

Sinds de globale neergang en de zware orkanen van eind 2008, die de oogsten verwoestten en grote schade aanrichtten aan de infrastructuur, kampt Cuba met een conjunctuur die bij velen herinneringen oproept aan de Período Especial (‘Speciale Periode) uit de jaren ‘90, toen Havana zijn burgers drastisch de buikriem aansnoerde in antwoord op het einde van de jaarlijkse miljardenhulp uit de Sovjetunie.
De huidige crisis heeft alles te maken met fors teruggevallen inkomsten uit de nikkelontginning, met Europese toeristen die het lieten afweten (vorig jaar waren het de Latijns-Amerikaanse toeristen die het seizoen redden) en met een gebrek aan cash, waardoor buitenlandse leveranciers niet meer betaald werden en het repatriëren van inkomsten naar de bedrijfszetels van internationale investeerders voorlopig onmogelijk gemaakt werd.
“Dankzij het vertrouwen en begrip” van de schuldeisers is de regering, sowieso al berucht als slechte betaler, er echter in geslaagd “vooruitgang te boeken inzake het uitstel van onze verplichtingen”, aldus Raúl Castro zondag. 
Her en der op Cuba wordt intussen opnieuw het woord schaarste in de mond genomen, een toestand waar Obama’s bescheiden toegevinkjes op het decennia oude VS-embargo uiteraard niets aan veranderen. Hét prangendste probleem waar Cuba echter mee kampt blijft de interne organisatie, gekenmerkt door hoog absenteïsme, een topzware bureaucratie en een ideologie die ondanks een relatief levendig debat geen afwijkingen duldt. Zoals Raúl zelf al dikwijls aanstipte, betaalt de Cubaanse staat 1,1 miljoen werknemers (een op de vijf dus, want 95 procent van de Cubanen werkt voor de overheid, die tot nu toe alle facetten van de economie controleerde) die niets om handen hebben.
En dus, zei Castro zondag, “zullen wij voor altijd de gedachte uitbannen dat Cuba het enige land ter wereld is waar je kunt leven zonder te werken.” Concreet zal vadertje staat zijn greep lossen op de kleinhandel, niet-noodzakelijke arbeidsplaatsen schrappen en meer beroepscategorieën opengooien voor verzelfstandiging. In wat enkele maanden geleden als een eerste experimentele aanzet werd beschouwd (maar in werkelijkheid een voorzichtige terugkeer is naar het beleid van de vroege jaren ‘90), werd toen al het kappersberoep ‘geliberaliseerd’.

Collectief van gerontocraten

Met de aankondiging maakt Raúl Castro dan toch werk van de ‘structurele’ hervormingen die hij in 2007 al in het vooruitzicht had gesteld, toen hij ad interim de door ziekte gevelde Fidel opvolgde. Begin 2008, toen die opvolging ook definitief werd en iedereen meende dat Fidel bij wijze van spreken door de geschiedenis was opgeslokt, leefde volop de hoop dat het nu snel zou gaan. Maar het onuitgesproken ordewoord, gestalte gegeven door Raúls collectief van revolutionaire gerontocraten, leek al die tijd vooral ‘traagheid’ te zijn, of nog, ‘voorzichtigheid’. Het moet gezegd: hoezeer de meeste Cubanen ook op verandering uit zijn, velen zijn ook bang hun tot op de draad versleten maar nog altijd vertrouwde sociale vangnetten, waaronder gesubsidieerd basisvoedsel, te verliezen. 
De aankondiging van de hervormingen komt er in een voor Cuba woelig tijdsvak. In een poging opnieuw vlotter zaken te doen met de Europese Unie liet Raúl Castro (“De revolutie kan genereus zijn omdat ze sterk is”) sinds half juli, na lange onderhandelingen met de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken Moratinos en de katholieke kerk, druppelsgewijs de in 2003 tot zware gevangenisstraffen veroordeelde dissidenten vrij.
Maar kennelijk vond die stap maar weinig begrip bij Fidel. Daags voor 26 juli, het moment waarop elk jaar diens aanval in 1953 op de Moncadakazerne wordt herdacht, nam Fidel de kaas van het brood met een publiek optreden dat meteen Raúl in de schaduw dreigde te zetten. De tegenzet van die laatste was dat voor het eerst sinds de revolutie van 1959 hij noch Fidel het spreekgestoelte beklommen op de 26ste. De kost die Raúl zondag serveerde, alweer in afwezigheid van de inmiddels toch gezond verklaarde Fidel, was dan ook opgewarmd - wegens kort daarvoor door Machado al opgediend.
Neen, interne spanningen zijn er officieel niet. Maar in een column op de oppositionele website Cubaencuentro schrijft een afvallige vriend en intimus van Fidel, Norberto Fuentes, wat híj er helemaal van denkt: “Fidel weet dat áls Raúl in zijn hervormingsplannen slaagt, hij niet alleen zijn beleid zal consolideren, maar evengoed elk spoor van Fidels erfenis zal uitwissen.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten